Lectuur: Bunkerdagboek
Linus is een ontvoerde tiener. Hij zit als eerste vast in een bunker die bestaat uit zes slaapkamers, een badkamer, een keuken en een lift. Er zijn geen ramen en er is natuurlijk ook geen uitgang. In de keuken hangt wel een klok en elke slaapkamer is voorzien van een notitieblok met pen en de bijbel. Om acht uur 's ochtends springen de lichten automatisch aan en om middernacht gaan ze weer uit. Geleidelijk aan komen er steeds nieuwe slachtoffers bij via de lift, tot ze in totaal met zes zijn. Samen maken ze deel uit van het psychologische spel van een psychopaat. Maar kunnen ze zich hier ook uit redden?
De controle verliezen over het leven, daar gaat het om in Bunkerdagboek. Zes heel verschillende mensen maken het in dit verhaal mee en iedereen reageert er dan ook anders op. Net als in het leven heb je over niets controle. In Bunkerdagboek word je er op een angstwekkende manier non-stop met geconfronteerd.
Fred veegt het zweet van zijn vel en zuigt aan de handdoek. 'Het is zout,' zeg ik. Chout. Ik praat onduidelijk, met dubbele tong. 'Alleen maar zout met troep. Dat helpt niet.' Hij snuift en wrijft over zijn keel. Zijn lippen zijn blauw. 'Er staat een fles met schoonmaakmiddel in de badkamer,' zegt hij. 'Bleek.' 'Het is vloeibaar. Misschien werkt het. We zouden iets...' 'Het is bleekwater. Daar ga je dood van.' Hij haalt zijn schouders op. Jenny ligt stil. Haar huid is asgrauw, vlekkerig. Ik staar in de vlammen en denk aan zebra's.
Als lezer kun je alleen maar hopen dat het goed afloopt
Ik maakte op mijn veertien jaar al kennis met Kevin Brooks. Toen was ik helemaal in de ban van zijn derde roman 'Candy'. Het boek dat ik nu las, 'Bunkerdagboek', bestond toen nog lang niet. Misschien is dat ook maar goed, want dit boek is zo meeslepend dat het me enkele dagen geleden zelfs een nachtmerrie bezorgde.
Toch kan ik het niet onder stoelen of banken steken dat 'Bunkerdagboek' een topper van formaat is. Daar zijn verschillende redenen voor. Eerst en vooral zet het verhaal je aan tot nadenken. De verschillende manieren waarop de psychopaat zijn slachtoffers ontvoerde zijn op zich al eng en helaas ook realistisch. Daarnaast is het leven in de bunker ook zo bizar. Je begrijpt nooit de intenties van de ontvoerder. Zo vergeet je soms dat ze ontvoerd zijn, omdat er een routine heerst en de slachtoffers vaak voorzien worden van eten als ze er om vragen (door een briefje in de lift - het communicatiemiddel - te leggen). Ze kunnen zich zelfs wassen. En net hierdoor is het voor de lezer extra choquerend wanneer je weer met de neus op de gruwelijke feiten gedrukt wordt: ze zitten vast en een psychopaat heeft de touwtjes in handen.
Kevin Brooks houdt zich daarbovenop niet in bij het scheppen van angstwekkende en verschrikkelijk deprimerende taferelen. Ik wist al met 'Candy' dat hij daar in uitblinkt, maar in 'Bunkerdagboek' gaat hij nog wat stapjes verder. Moeiteloos voel je mee met de rest. Na enkele pagina's voel je je samen met hen opgesloten in een bunker, ruik je mee de verrotting en proef je mee van de wanhoop. En dan is er nog die goede klik die je hebt met Linus. Ook Fred, Russel en de negenjarige Jenny zijn fantastisch. Hierdoor hoop je des te meer dat het - alsjeblieft - goed mag aflopen.
Ik meen het oprecht dat 'Bunkerdagboek' je niet loslaat. Ook niet wanneer je op de laatste pagina's belandt. Ik had nooit gedacht dat ik na elf jaar weer in de ban zou raken van een boek van Kevin Brooks.